We hebben een lange rit naar Reykjavik voor de boeg. Tot Senfoss rijden we dezelfde weg terug.

We stoppen bij de Mossy lava velden. Zo ver als je kunt kijken zie je hoopjes lava begroeid met mos.

Op onze route naar de stop bij Dyrholaey rijden we naar een grote rots over een een hevig hobbelende weg. Wij konden hier papagaaiduikers zien, maar ik had al vaag in mijn hoofd dat dit niet klopt en inderdaad. We rijden tot bovenaan de 120 m hoge klif van Dyrholayop een 120 meter hoge rots. We parkeren vlakbij de vuurtoren. Helaas 1 papagaaiduiker gezien heel in de verte. We hebben een schitterend uitzicht op het zwarte strand van Reynisfjara (Black Sand Beach Reynisfjara) en het langgerekte zwarte strand van Dyrhólaey Beach (Endless Black Beach). Dyrhólaey, wat in het IJslands “deurgat” betekend, is een belangrijk herkenningspunt in de regio doordat het schiereiland op een unieke rotsboog ligt. Door de invloed van de golven op de kliffen is er in de afgelopen duizenden jaren een gat ontstaan in de klif waardoor er een bijzondere natuurlijke boog is gevormd.

Een half uurtje voor Reyjavik zien we overal geisers. Wij erop af. We gaan eerst naar Hveragerdi geothermisch park. Hier krijgen we eindelijk wat gekleurde grond te zien. In deze plaats staan ontzettend veel kassen waar bloemen en bananen gekweekt worden. Ze noemen het ook wel het bloemendorp. Dit dorp bevindt zich in een heel uitgebreid geothermisch gebied.

In de verte zien we stoom uit de grond komen. Het is hier een groot thermisch gebied dat uiteindelijk naar een hotspring leidt. Wij houden het bij het prachtige uitzicht over de vallei met zijn vele geisers.